wijsje in woordenboek Nederlands

Voorbeeldzinnen met " wijsje "

Verbuiging Verbuig

Denk je echt dat je dat wijsje per ongeluk hebt geleerd?

Een blauwe foto van de aardbol kwam op het scherm, en een vrolijk wijsje klonk uit de luidsprekers.

Geen van de andere aapjes speelt het wijsje dat ze zoekt.”

'Iemand dwingen te zingen die maar één keer in zijn hele leven een wijsje gezongen heeft.

Er gaat gejuich op als Peter me kust en de muzikanten zetten een vrolijk wijsje in.

Halverwege de terugweg, bijna bij jouw huis, waag ik het om een wijsje te neuriën.

Ik moet wel mijn tranen weg wisschen en een ander wijsje zingen.

Vandaag speelde dat wijsje me de hele dag door het hoofd.’

Ik neuriede een oud wijsje dat Gryll me had geleerd toen ik bij de vurige vaas kwam en haar bekeek.

Daarna begon ik het wijsje te zingen dat mijn voedster voor mij als kind zong om me te laten slapen.

Ze zongen daarbij een steeds weer terugkerend, simpel wijsje, dat erg mooi en teder was.

Het was een wijsje dat iemand voor hem had gezongen toen hij nog heel jong was.

‘Denk je dat we ze een ander wijsje kunnen leren, Albert?’

Zijn schoenen lijken een wijsje van lang geleden te laten horen.

Een gast zat achter de piano, en speelde zacht een wijsje terwijl zijn hond naar hem keek.

Ze stak een nieuwe sigaret op en trok daaraan met lippen die getuit waren alsof ze een wijsje wilde gaan fluiten.

Ik bleef bij de balustrade staan kijken naar een Yllische fluitist die een droevig, zangerig wijsje speelde.

Ik hoorde iemand in het Duits zingen, zachtjes... een eentonig oud droevig wijsje uit de eerste wereldoorlog.

In mijn hoofd dreunde een oud, bijna vergeten wijsje.

Hoort u het wijsje?

Ik floot een wijsje van Bowie.

Hier had het wijsje andere woorden; ze noemden het 'Ondersteboven, rond en rond'.

Het wijsje van ‘Barynja’ herhaalde zich wel honderd maal.

Dat wijsje, dat hij nooit meer had gehoord of gezongen, sedert hij een kleine jongen was.