verblijd in woordenboek Nederlands

  • verblijd

    Betekenissen en definities van "verblijd"

    Grammatica en verbuiging van verblijd

    • This participle needs an inflection-table template.

Voorbeeldzinnen met " verblijd "

‘Wil uw dochter ons niet met haar gezelschap verblijden?’
De Groene Gratie zei dat heropening van de kuilen de goden zou verblijden.
Verblijden wij ons dat wij Hellenen zijn en laten wij eindelijk naar den maaltijd gaan.
Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt: "Zie wij staan Gereed, om naar Gods huis te gaan.
Wat is het heerlijk indien wij als Job kunnen zijn en Jehovah’s hart kunnen verblijden door op Hem te vertrouwen en onszelf of de materiële dingen die er te krijgen zijn, niet al te belangrijk te vinden!
De Heer heeft gezegd: ‘Welnu, hef uw hart op en verblijd u en kleef de verbonden aan die u hebt gesloten’ [LV 25:13].
Laat me je verblijden, Eugene.
Zeg, was je nog van plan ons te verblijden met je aanwezigheid in de Postman’s Head vanavond?’
Door geestelijke duisternis valt er vaak een sluier van vergetelheid over hen die eens in het licht wandelden en zich in de Heer verblijdden.
Aardig dat je ons nog komt verblijden met je aanwezigheid.
En Hij heeft haar de gave van de muziek gegeven om ons te verblijden.’
De goden verblijden mijn hart met uw aanblik zo vroeg op de ochtend, maar het is nog te vroeg!
Ik was erg bedroefd van uw verhaal over Osaka, maar in zekere zin toch ook verblijd.
Mijn eigen betrekkingen met hen zijn niet zo verblijdend geweest, maar toch.
Gij ziet niet dat de tegenwoordige Joods-Arabische stad Jeruzalem wordt verblijd door deze wateren van deze goddelijke rivier, noch Vaticaanstad noch enige andere hoofdstad der wereld.
Het is mijn innige wens mijn lichamelijke krachten en vermogens te gebruiken om het hart van de Alsterke van het universum, Jehovah, te verblijden. — Ingezonden.
Zal zijn dood de legatus alsnog verblijden
God, die U gewaardigd hebt door de verrijzenis van uw Zoon onze Heer Jezus Christus, de wereld te verblijden; geef ons, vragen wij, door zijn Moeder de Maagd Maria, de vreugden van het eeuwig leven te verwerven.
Maar de mens is het enige wezen dat de schoonheid van het leven kan zien en zich erover kan verblijden.
‘Hooggeboren aanwezigen,’ kondigde hij aan, ‘vrouwe Polgara is zo vriendelijk ons met een lied te verblijden.’
Bovendien geloof ik dat ik de Aarde zal verblijden met een persoonlijk rapport over deze reis.'
Die nacht had iemand het gastenverblijf verblijd met een onwelkom cadeautje.
Fee verblijdde hen met een glimlach, de eerste sedert het nieuws over Frank.
Ik voel mij niet meer thuis in het Huis der Stieren en de toejuichingen in de arena verblijden mij niet meer.