teder in woordenboek Nederlands

  • teder

    Betekenissen en definities van "teder"

    Grammatica en verbuiging van teder

    • teder ( comparative tederder; superlative het tederst, het tederste)
    • teder ( comparative tederder, superlative tederst)
    • (Adjective) Declension of teder
      positive comparative superlative
      attributive predicative/adverbial
      predicative/adverbial teder tederder  
      neutersingular indefinite teder tederder
      definite tedere tederdere tederste het tederst(e)
      common singular tedere tederdere tederste de tederste
      plural tedere tederdere tederste de tederste
      partitive teders tederders  
    • teder (comparative tederder, superlative tederst) ;;
      Inflection of teder
      uninflected teder
      inflected tedere
      comparative tederder
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial teder tederder het tederst
      het tederste
      indefinite m./f. sing. tedere tederdere tederste
      n. sing. teder tederder tederste
      plural tedere tederdere tederste
      definite tedere tederdere tederste
      partitive teders tederders

Voorbeeldzinnen met " teder "

Gehuwde mannen die zich afgeven met pornografie verzwakken de banden van tederheid die hen aan hun vrouw binden, want in feite komt het erop neer dat zij hun vrouw bedriegen.
Anna zelf is iets gepassioneerder dan wanneer ze thuis is, Matias is ernstig en teder.
Haar lippen teder op zijn ellendige huid.
In Chips ogen was Alfreds gebrek aan tederheid het bewijs dat Alfred niet wist, of niet wilde weten, wie hij was.
Renata's gezicht, gloeiend van tederheid, haar lichaam onder het zijne...
Gretige, maar tedere handen knoopten zijn overhemd los terwijl diep in zijn hart het vuur gromde.
Ook hebben Gods dienstknechten er veel tijd en moeite aan besteed om dezen met grote zorg en tederheid te onderwijzen en te helpen.
Terence raakte met zijn hand haar hoofd aan met een onverwacht teder gebaar.
Targa kwam bij Oriol staan, en met een gebaar dat voor teder kon doorgaan, legde hij zijn hand op diens voorhoofd.
Ik durf te stellen dat mannen veel hebben gevoeld voor Anne, maar alleen Henry voelde tederheid.
Ze kon niet spreken, ze kon zijn uitgesproken tederheden niet verstaan.
Het werd van haar kant echter meer een tedere, respectvolle vriendschap dan liefde.
Dit moet twintigste-eeuwse ouderlingen er wel heel sterk toe bewegen Gods kudde met tederheid te behandelen!
Petrus’ verdere woorden luidden: „Tenslotte, weest allen één van zin, betoont medegevoel, oefent broederlijke liefde, weest teder genegen, nederig van geest.”
Ik ben voorbestemd voor een leven vol verlammend genot, smeltende tederheid en hartverscheurende emoties.
Mijn moeder lachte met het zweempje tedere spot, dat ze zo dikwijls tegenover mijn vader toonde.
Jamie, tedere minnaar en trouweloze schurk.
Met de gedachte aan Hilde had ze geprobeerd de tedere kant van haar man op te roepen.
Het zandkleurige landschap was in roze gehuld, van de eerste tedere bloesem van de amandelbomen.
Zacht en teder waren de woorden van hare genade en Jaehaerys werd erdoor geraakt, vertelt septon Barth.
Een tegelijk woeste en tedere blik die wil zeggen vertrouw op mij, niet alle mannen zijn slecht.
Hij kon niet indirect of oneerlijk zijn, maar zijn directheid ging altijd vergezeld van een soort tederheid, vond ik.
Ze kijkt zo teder, zo verliefd.
Je ogen kijken teder naar haar.
Hij is mijn tedere moeder, mijn maagd...