tas in woordenboek Nederlands

Afbeeldingen met "tas"

Verbuiging Verbuig

‘Dat komt wel goed,’ zei ze, terwijl ze de autosleutels uit haar enorme fluwelen tas viste.

De monnik pakte mijn tas niet en wenkte me ook niet om hem te volgen.

De inhoud van Amanda’s tas vloog alle kanten op terwijl hij naar de sleutelbos zocht.

Wil je die tas wegdoen?

Eva stak haar hand in haar tas en haalde er een kaartje van het hotel en een mobiele telefoon uit.

‘Even mijn tas halen,’ zei Lauren, en dreef Amanda de keuken uit en de trap op.

We moeten die tas vinden.

Sofia klemde de tas in haar armen.

Zou hij het doorhebben als ik zachtjes mijn tas pakte, mijn telefoon eruit viste en Tamsin belde?

Derkhan had een tas bij zich, Isaac twee tassen.

Je moeder had hem in haar tas toen ze stierf.

Er komt straks ' n meisje hier en die geeft jou ' n tas

Zoals ik gisteren al vertelde, je zult niet veroordeeld worden op de inhoud van je tas.’

Ze haalde een tas met van alles voor haar en de mannen en een andere met verse Argentijnse appels voor Sonja.

Loop je nog even met me mee, mama, ik ga mijn tas halen bij de garderobe.’

Iets bruins, half verborgen door een tas achter in de kast, trok haar aandacht en ze keek er scherper naar.

‘Niemand zal je te hulp komen,’ zei Dorian, en hij legde zijn hand op haar tas.

Emily drukte haar tas tegen haar borst, haar ogen werden vochtig van dankbaarheid.

Het enige wat ik in mijn tas had waren sigaretten, een lippenstift, een portemonnee en een kleine poederdoos.

Maar ze maakte geen bezwaar toen haar buren een tas voor haar inpakten.

'Nog heel even volhouden, alsjeblieft, Tas?'

‘De inbreker stopt kinderen in de tas?’

Hij heeft mijn tas!

In een andere tas vind ik een paar marineblauwe flatjes met brede zilveren retrogespen.

Een grote tas met blauwe bloemetjes van het merk April Cornell hing over mijn schouder.