oudbakken in woordenboek Nederlands
-
oudbakken
Betekenissen en definities van "oudbakken"
Voorbeeldzinnen met " oudbakken "
Ze hadden allemaal een deken gekregen, met een homp oudbakken brood en een beker wijn.
Met uw oudbakken scanapparatuur heeft u onze aandrijving uitgeschakeld
Bepaalde bakkers en herbergen vonden het niet erg om oudbakken brood of andere onverkoopbare waar weg te geven.
Een oud vrouwtje schoot even op ze af, drukte Hosser een oudbakken brood in de hand en zei: 'Arme jongens!'
Wie geluk had kon vanavond misschien een homp oudbakken brood kopen.
Ik heb weleens oudbakken koekjes gegeten, maar deze zijn zelfs niet goed genoeg om oudbakken genoemd te kunnen worden.'
Nu hield hij van Kings of Convenience omdat ze rustig zongen en een beetje minder oudbakken klonken dan Donovan.
Ze vroeg zich af waarom al die betuigingen van deelneming zo oudbakken klonken, zo allemaal hetzelfde.
Een plakje kaas, een appel, een oudbakken broodje, een slingerend koekje.
Hij rookte een sigaar en maakte berekeningen op de achterkant van een onbetaalde rekening voor oudbakken broodjes.
‘Ik eet tenminste geen oudbakken karton.’
Het ontbijt – oudbakken brood en brakke koffie – werd gebracht toen het nog donker was.
Professor Harman vond dat ik teveel les had gegeven en dat ik oudbakken werd.'
Wanneer het aantredend voorzitterschap zijn programma uiteenzet, klinkt dat soms een beetje oudbakken of saai, en de reacties erop zijn vaak net zo ongeïnspireerd.
Dezelfde kamer, altijd dezelfde kamer Gemberbier, oudbakken brood, as in de haard.
Inderdaad oudbakken, maar door flink te kauwen werd het zacht en bij de derde hap begon het al zoet te smaken.
Het was oudbakken, maar vergeleken met zijn zoute vlees was het een zalfje.
'Joram,' zei hij onwillig, terwijl hij automatisch het oudbakken brood vermaalde en doorslikte, 'we moeten praten.'
Droog en oudbakken.
De scone was oudbakken, ook al had ze geprobeerd hem zachter te maken door hem op te warmen.
Beslist niet de oudbakken retoriek van dode profeten.
Het stinkt.- Het brood is oudbakken
‘Ik heb twee uur geleden een oudbakken koekje gehad, maar dat telt denk ik niet.’
Ik kraak z'n nek als een oudbakken baguette.