onbehaaglijk in woordenboek Nederlands

  • onbehaaglijk

    Betekenissen en definities van "onbehaaglijk"

    • Niet iemands voorkeur.

    Grammatica en verbuiging van onbehaaglijk

    • onbehaaglijk ( comparative onbehaaglijker, superlative onbehaaglijkst)
    • onbehaaglijk (comparative onbehaaglijker, superlative onbehaaglijkst) ;;
      Inflection of onbehaaglijk
      uninflected onbehaaglijk
      inflected onbehaaglijke
      comparative onbehaaglijker
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial onbehaaglijk onbehaaglijker het onbehaaglijkst
      het onbehaaglijkste
      indefinite m./f. sing. onbehaaglijke onbehaaglijkere onbehaaglijkste
      n. sing. onbehaaglijk onbehaaglijker onbehaaglijkste
      plural onbehaaglijke onbehaaglijkere onbehaaglijkste
      definite onbehaaglijke onbehaaglijkere onbehaaglijkste
      partitive onbehaaglijks onbehaaglijkers

Voorbeeldzinnen met " onbehaaglijk "

Soms zie ik Frannie naar Harold kijken, en dan lijkt ze zich onbehaaglijk te voelen.
Het geeft me een enigszins onbehaaglijk gevoel, zoals vrouwelijke schoonheid wel vaker doet.
Het onbehagen kroop als een insect over haar rug.
Als hij Samsons onbehagen al opmerkte, liet hij daar niets van blijken.
Ik had geleerd er geen acht op te slaan, en mijn onbehaaglijke gevoel zo goed mogelijk te maskeren.
Ze was veel ouder dan de meeste en hun aanwezigheid vervulde haar met een mengeling van trots en onbehagen.
Waren er ook niet die paar momenten in de loop van de sessies waarbij het onbehagen van die eerste afspraak weer opdook?
'Morgen zal iedereen weten dat wij hier geweest zijn,' constateerde Judith met zichtbaar onbehagen.
Bijna Hanner dan Han, merkte DeVore onbehaaglijk op toen hij naast Lehmann plaatsnam.
Wat het oerwoud al die tijd zo onbehaaglijk had gemaakt was de afwezigheid, van mensen.
Uiteindelijk viel ik in slaap, maar het gevoel van onbehagen bleef, kleurde mijn dromen met gruwelijke tinten.
Er waren zeker zestig mensen binnen, waardoor het er onbehaaglijk druk was.
Toch sluimerde er in haar hoofd het onbehaaglijke vermoeden dat William diep vanbinnen gekrenkt was.
Alles wat afweek van de onbehaaglijke stilte van de Adem was een zegen.
Toch kon hij het onbehaaglijke gevoel niet van zich afzetten dat er in de duisternis een onbekend gevaar op de loer lag.
Toen hij de handschoenen had afgerekend, voelde hij plotseling een groot onbehagen.
En dat gaf me een gevoel van onbehagen, van onrust.
Ik wilde net iets zeggen om de vreemde, onbehaaglijke stilte te verbreken toen ze zei: ‘Nee, ze zijn boven.
Pas nu, nu het proces voorbij was, ging er een gevoel van onbehagen door hem heen.
Hun ogen ontmoetten elkaar en Maggie kon niet anders dan zich onbehaaglijk voelen.
Al zijn kleren waren nog klam en onbehaaglijk, maar als ze moesten vluchten, wilde hij er klaar voor zijn.
De pijn hielp hem om het doffe gevoel van onbehagen te overwinnen.
‘Nou,’ zei ik, ‘ik weet het niet...’ Ik was de keukenkastjes aan het schoonmaken, wat een teken van onbehagen was.
" Het is zeker # mijl velgwaarts naar de Smarl Rivier... " "... over de hoogvlaktes en omlaag naar het sombere dennenwoud... " "... dat nogal onbehaaglijk dicht in de buurt van de Trollenbotbergen ligt. "
Het probleem leek steeds minder van wetenschappelijke aard, en het onbehagen van Campbell sloeg op mij over.