mopshond in woordenboek Nederlands

  • mopshond

    Betekenissen en definities van "mopshond"

  • Mopshond

Afbeeldingen met "mopshond"

Voorbeeldzinnen met " mopshond "

Ja, de mopshond.
Hé, Trollenkop, Mopshond, Trol, Trollie, Kikkermeisje, heb jij een afspraakje voor zaterdagavond?
De mopshond.
Aan het huis zat een stel mopshonden vast, dat is een kruising tussen Peter Lorre en een braadworst.
Onder hen bevond zich een jongen van de familie Yu met de naam Yichi en de bijnaam Mopshond.
We hebben genoeg goed uitziende mopshonden gezien.
Ook bereikte de mopshond in 1553 via een Turkse vloot Frankrijk.
Een kruising tussen een brak en een mopshond.
Poedels zijn schattig en knuffelbaar, maar mopshonden zijn mannelijker en hebben een stoere uitstraling.
Over de vrouw bij wie ze logeert, over een mopshond.
Haar twee mopshonden, Epistéme en Dóxa, blaften hysterisch, vol enthousiasme om hun territorium te verdedigen.
‘Ja, de mopshond van Diego Malara, mijn kapper.
En mopshonden moesten niet met zulke grote honden als Peder en Alex spelen.
Als Helen thuis zou komen en een dronken mopshond zien, wat zou ze dan zeggen?
, de ijdele spaniël, de onsportieve mopshond en trouwens alle gedegenereerde sierhonden.’
De snuit is gedrongen, als een mopshond.
Als haar mopshonden een uur alleen thuis waren geweest, renden ze haar blaffend en kwijlend tegemoet.
‘Ze heeft het over haar mopshond, Brutus.
De mopshonden hadden al bij da zdravstvoejet genipt.
Hij had een grommende mopshond met bolle ogen, waar onze troosteloze voetgangerszone zich in spiegelde.