knap in woordenboek Nederlands

  • knap

    Betekenissen en definities van "knap"

    • verstandig
    • Charme en aantrekkelijkheid hebbend.

    Grammatica en verbuiging van knap

    • (Adjective) Declension of knap
      positive comparative superlative
      attributive predicative/adverbial
      predicative/adverbial knap knapper  
      neutersingular indefinite knap knapper
      definite knappe knappere knapste het knapst(e)
      common singular knappe knappere knapste de knapste
      plural knappe knappere knapste de knapste
      partitive knaps knappers  
    • knap ( not comparable)
    • knap ( comparative knapper, superlative knapst)
    • knap (comparative knapper, superlative knapst) ;;
      Inflection of knap
      uninflected knap
      inflected knappe
      comparative knapper
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial knap knapper het knapst
      het knapste
      indefinite m./f. sing. knappe knappere knapste
      n. sing. knap knapper knapste
      plural knappe knappere knapste
      definite knappe knappere knapste
      partitive knaps knappers

Voorbeeldzinnen met " knap "

TOM was een normale veertienjarige knaap — een uitstekende leerling die graag iets voor anderen deed.
‘Nou, die ziet er wel knap uit,’ zei Elaine, wanneer ze in een van de jaarboeken een jongen zag staan die ze leuk vond.
Dat was een knap stukje werk, maar niet half zo goed als wat er nog zou volgen, was ik bang.
Overigens hebben die knapen de onderkant van jullie schip half weggebrand.
Heeft jouw veiligheidsdienst nog steeds geen spoor van die knaap kunnen vinden, Mercant?'
Een knap, sportief uitziend, slinks, gesloten joch.
Zeg die knaap van de Speciale Afdeling in die blitse gurney maar dat ik hem niet meer nodig heb.
Bij het ontbijt was Omar adembenemend knap en heel erg lief.
Bruce herinnerde zichzelf eraan dat deze knaap nog maar eenentwintig was.
Ik weet niet eens of zij knap was.
Ze was ook blij dat hij knap was geweest.
Jawel, de situatie is knap bescheten
Ze was jong en ondanks de blauwe tatoeages op haar wangen en kin was ze knap.
Toen was hij ongetwijfeld ook al knap en charismatisch.
Een beetje raar natuurlijk, maar wel knap.’
‘Ik zal je een paar aanwijzingen geven: ik ben slim, knap en vreselijk getalenteerd.’
Sommige mensen zouden hem vast wel knap noemen.
Ik ken een knaap, een logopedist.
Hij onderdrukte een lachbui toen hij Rhodan vroeg: 'Dus dat is de knaap die Bully een bad liet nemen?'
' Mama is knap '.Mama is knap
Ze is knap genoeg voor een prinses, laat staan voor een dienstmeid
Die knapen in Hawaiiaanse shirts konden het niet zijn, niet als ze zo groot waren als Eilene beweerde.
– Een knap schip mevrouw, nietwaar.
Gitanas was als onbeschermde ex-patriot veiliger geweest dan nu als commandant van tien ferme knapen met kalasjnikovs.
Mama vond hem aardig en knap om te zien en na verloop van tijd is zij ook verliefd op hem geworden.