hoopvol in woordenboek Nederlands

  • hoopvol

    Betekenissen en definities van "hoopvol"

    Grammatica en verbuiging van hoopvol

    • hoopvol ( comparative hoopvoller, superlative hoopvolst)
    • (Adjective) Declension of hoopvol
      positive comparative superlative
      attributive predicative/adverbial
      predicative/adverbial hoopvol hoopvoller  
      neutersingular indefinite hoopvol hoopvoller
      definite hoopvolle hoopvollere hoopvolste het hoopvolst(e)
      common singular hoopvolle hoopvollere hoopvolste de hoopvolste
      plural hoopvolle hoopvollere hoopvolste de hoopvolste
      partitive hoopvols hoopvollers  
    • hoopvol (comparative hoopvoller, superlative hoopvolst) ;;
      Inflection of hoopvol
      uninflected hoopvol
      inflected hoopvolle
      comparative hoopvoller
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial hoopvol hoopvoller het hoopvolst
      het hoopvolste
      indefinite m./f. sing. hoopvolle hoopvollere hoopvolste
      n. sing. hoopvol hoopvoller hoopvolste
      plural hoopvolle hoopvollere hoopvolste
      definite hoopvolle hoopvollere hoopvolste
      partitive hoopvols hoopvollers

Voorbeeldzinnen met " hoopvol "

Hoopvol keek ze of het kleine kacheltje dat werd gebruikt om water op te warmen aan was, maar dat was niet het geval.
‘Misschien drinkt de jongeman liever een cognac,’ opperde Édiths moeder hoopvol.
Ik schenk nog een glas wijn in en hij schuift het zijne hoopvol naar me toe.
Ze gooiden de hengel weer uit, en Jehans’ blik ging heen en weer tussen de dode vis en het snoer, hoopvol.
'Laten we samen gaan lunchen, hertogin,' zie Freddy hoopvol.
Enkelen zaten met hun mond open, als vogeljongen die hoopvol wachtten op voedsel.
zei ze hoopvol, maar het klonk zelfs haar pathetisch in de oren.
Ze loopt glimlachend de straat uit en laat zich inspireren door de hoopvol blauwe lucht.
Hij was hoopvol en met grote verwachtingen naar Europa vertrokken, maar hij keerde met lege handen terug.
Maar Leda zag er nu eerlijk en bijna hoopvol uit.
Ja, het was zelfs heel hoopvol.
Hoe vaak overkomt het een man in zijn leven dat het vooruitzicht zo onbegrensd hoopvol is?
Grace Mary Goodfield, die zo heerlijk naar Chanel en hoopvolheid rook.
Hij was hoopvol gestemd over de toekomst (in tegenstelling tot Hugh en Crighton).
Ik zat elke ochtend iets minder hoopvol aan de ontbijttafel van mevrouw Borden.
Dina's moeder stond op en keek hoopvol naar haar dochter, ik weet het wel.
Ze liet de meeste patiënten getroost en hun familieleden gerustgesteld en hoopvol achter.
Mensen die dierbaren aan kanker hadden verloren, zagen de uitspraak als een hoopvol teken.
‘Iets hoopvoller’ klonk niet uitbundig, maar toch heel wat beter dan ‘iets minder hoopvol’.
In principe ben ik erg optimistisch en hoopvol.
Misschien is het verderop beter, dacht Kinson hoopvol.
Maar toch was ik die avond van het feest hoopvol gestemd.
Hoewel het bestaan van een Europees centrum voor burgerbescherming, waarbij alle EU-lidstaten, alsmede IJsland, Noorwegen en Liechtenstein zijn aangesloten, alsmede de oprichting op 18 augustus 2002 van een Europees solidariteitsfonds hoopvol stemmen, moeten de bestrijdingsmiddelen worden uitgebreid en moeten er op Europees niveau nieuwe regels worden vastgesteld op het vlak van preventie en bestrijding vanwege de dramatische gevolgen van bosbranden voor de bevolking en de plaatselijke overheden en de schade die zij veroorzaken aan het milieu en de economische bedrijvigheid, zoals bosbouw en toerisme.
Die droom maakte haar nog steeds rusteloos hoopvol.
Een merel pikte lusteloos en weinig hoopvol in het bevroren gras.