genoeglijk in woordenboek Nederlands
-
genoeglijk
Betekenissen en definities van "genoeglijk"
Voorbeeldzinnen met " genoeglijk "
Iedereen was er, zoals dat dan heette, Justine merkwaardig genoeg ook.
Als dat niet genoeg reden is, zie ik dat er een Mrs Gudat is
Max wist genoeg over knopen en over het vastbinden van mensen.
Hij liet zijn geestafschermende schild net genoeg zakken om zijn identiteit aan hen te tonen.
Su had Weis val slechts lang genoeg gerekt om zijn nalatenschap verder te bezoedelen.
Ben jij mans genoeg om zelf te bepalen wat je lekker vindt?
Zoals het Gerecht in de punten 240 en 242 en volgende van het bestreden arrest heeft vastgesteld, was de informatie die de Commissie over de afzonderlijke ondernemingen was verstrekt, niet specifiek genoeg om een procedurele verplichting voor de Commissie te scheppen.
Dus hij was dronken genoeg om makkelijk te wurgen.
‘Ook al goed, pater, nou hebt u me nieuwsgierig genoeg gemaakt.
Tiamak wees naar een spleet in het plafond, breed genoeg voor een man om door te kruipen.
Genoeg heet water.
Jammer genoeg hebt u geen tijd om erover na te denken.
Genoeg om ons over de Stille Oceaan te brengen?'
'Paul is nu oud genoeg en ik ben er klaar voor.'
Het was nog steeds niet genoeg om Mintons gedrag te rechtvaardigen.
Als er twintig praktiserende toppianisten zijn, is dat wel genoeg.
‘Je hebt Katerina vermoord en je hebt meer dan genoeg gedaan om een einde aan mijn zaken te maken.
Sterk genoeg om nog een aanval op dat beest te wagen dat over zijn kleine zusje gebogen stond.
Mulliner heeft er een echte twoseater van gemaakt, met meer dan genoeg beenruimte.
Misschien dacht hij in het begin wel dat zes man genoeg zou zijn.’
In die atmosfeer van genoegen en rust van dit ogenblik kon ze het niet laten haar moeder even te bespotten.
‘Wel, neem pan en al,’ sprak de kok, ‘Camacho is rijk genoeg.’
Genoeg om afsluiting twee in te schakelen.
Ze heeft het al moeilijk genoeg gehad, door het verlies van Ephron.
Hij mompelde het, maar hard genoeg zodat vrouw Heilin het kon horen.