geestig in woordenboek Nederlands

  • geestig

    Betekenissen en definities van "geestig"

    • Gelach uitlokkend.

    Grammatica en verbuiging van geestig

    • (Adjective) Declension of geestig
      positive comparative superlative
      attributive predicative/adverbial
      predicative/adverbial geestig geestiger  
      neutersingular indefinite geestig geestiger
      definite geestige geestigere geestigste het geestigst(e)
      common singular geestige geestigere geestigste de geestigste
      plural geestige geestigere geestigste de geestigste
      partitive geestigs geestigers  
    • geestig ( comparative geestiger, superlative geestigst)
    • geestig (comparative geestiger, superlative geestigst) ;;
      Inflection of geestig
      uninflected geestig
      inflected geestige
      comparative geestiger
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial geestig geestiger het geestigst
      het geestigste
      indefinite m./f. sing. geestige geestigere geestigste
      n. sing. geestig geestiger geestigste
      plural geestige geestigere geestigste
      definite geestige geestigere geestigste
      partitive geestigs geestigers
      chr:geestig

Voorbeeldzinnen met " geestig "

'Dat is ronduit belachelijk.'Heel geestig.
Hij was hartelijk, geestig, hij hield van dieren en hij trok zich niets aan van gaten in meubels of malle kleren.
Ik probeerde iets heel geestigs en scherps te verzinnen, maar er kwam helaas niets.
om vervolgens in lachen uit te barsten om zijn eigen geestigheid.
Spectator Een ondeugend en geestig kijkje achter de schermen van Westminster.
De ogen afwendend bij de wat zure geestigheid, zei Tedden: „Het was een persoonlijke kwestie die me ophield.
Ze hoefde niet sprankelend en geestig te zijn, of de beste diners van de stad te geven.
Ze zou hem een brief met kletspraat sturen - nee, een geestige brief, waarom hij zou moeten lachen.
De een na de ander kwam naar voren om typerende, geestige verhalen over Marcus te vertellen.
Die is aardig, geestig, zorgzaam... teder— alles wat een vrouw zich kan wensen.
Deksels, zelfs in de politieke spotprent, die nooit erg geestig was.
Soms huilde ze, maar andere keren lachte ze, want het leven kan ook geestig zijn als er een tragedie plaatsvindt.
Hij was de docent waar je altijd op hoopte: gepassioneerd, inspirerend, geestig.
Maar ze was niet intelligent, en ook niet bijzonder geestig, behalve als ze de spot dreef met andere mensen.
En hoewel het niet je bedoeling was om geestig te zijn, lacht ze duidelijk flirterig.
Je bent meelevend, aardig, geestig en de beste minnaar van heel Engeland.'
Hendricks lachte weer, maar geen van tweeën vond dat er iets geestig was.
Vervolgens gaat hij weer over op zijn geestige, volkse toon: “De ene hand wast de andere, hè?
Eric was geestig, hoffelijk en interessant.
Hij was plezierig gezelschap, geestig en intelligent, en ze was dol op zijn vertellers-talent.
Inspecteur Dhar zelf had zijn films nooit bijzonder geestig gevonden.
Als je hem een keer gebruikt ben je geestig.
‘Het stemt me triest dat u dit geestig vindt, meneer Moody, want het is tragisch.’
‘Ze was er kapot van en zei dat Robert een vent was die iedereen mocht en die charmant en erg geestig was.
De Aardemensen hebben een geestige naam voor die toestand - krankzinnigheid.