eentonig in woordenboek Nederlands

  • eentonig

    Betekenissen en definities van "eentonig"

    • saai doordat het telkens hetzelfde is
    • Weinig levendig.
    • Verveling veroorzakend.

    Grammatica en verbuiging van eentonig

    • eentonig ( comparative eentoniger, superlative eentonigst)
    • eentonig (comparative eentoniger, superlative eentonigst) ;;
      Inflection of eentonig
      uninflected eentonig
      inflected eentonige
      comparative eentoniger
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial eentonig eentoniger het eentonigst
      het eentonigste
      indefinite m./f. sing. eentonige eentonigere eentonigste
      n. sing. eentonig eentoniger eentonigste
      plural eentonige eentonigere eentonigste
      definite eentonige eentonigere eentonigste
      partitive eentonigs eentonigers

Voorbeeldzinnen met " eentonig "

Dit was het zwakke, eentonige aftreksel van mijn herinneringen.
De kolonel zag erg op tegen de klamme, eenzame nachten op zijn boerderij en de saaie, eentonige dagen.
Silvio concentreert zich op zijn aantekeningen en leest eentonig verder: ‘Jerôme Morval had twee passies.
De tunnel werd nu niet meer breder en nu de dwergen iets konden onderscheiden, bleek het uitzicht buitengewoon eentonig.
Brieven vormen een heerlijke afwisseling in dit eentonig leven.
Eentonige uren die met de jaren zijn halve leven waren geworden.
De eentonigheid en routine van elke dag.
In zijn hoofd cirkelden de namen rond van de gevallenen en vermisten, die Rurjos eentonig opsomde.
Ik ruik de wierook, ik hoor het eentonige reciteren van Broeder Pane, en een diepe, zachte stem die huilt.
De computer zou me helpen de eentonigheid bij tante Lena te bestrijden.
Het leven aan boord dat door dit voorval een oogenblik uit zijn eentonigheid gewekt was, hernam zijn gewonen loop.
- een systematische uitwisseling van informatie en ervaring te organiseren betreffende experimenten die in de Gemeenschap zijn ondernomen met het oog op vermindering van de eentonigheid van de industriële arbeid en het steeds weer herhalen van dezelfde handeling, nl. door vervanging van het huidige systeem van ver doorgevoerde verdeling van de arbeidshandelingen aan de lopende band door nieuwe methoden van arbeidsorganisatie, waarbij aan de werknemer meer initiatief wordt gelaten, alsmede een grotere verscheidenheid van taken.
Dat is zo saai, zo eentonig
In hun eentonigheid kwam de onmenselijkheid van het enorme kamp tot uitdrukking.
Toen ik de kruk vast had, hoorde ik opnieuw haar eentonige, gelijkmatige stem: “Doe die deur niet open,” zei ze.
Als ze zuster Gerda niet gehad hadden, zou het eentonig geweest zijn.
De daaropvolgende twintig jaar leidde Frank G. een eentonig en voorbeeldig leven.
De kamer van de notaris keek uit op de Boulevard Saint-Germain en je hoorde het eentonige gedruis van het verkeer.
Het was een eentonig en langdurig karwei en het leverde geen gestolen goederen op.
De dagen zijn zo eentonig dat ik de sleur niet meer verdraag.
Deze strategie werkte een dag of twee redelijk, maar uiteindelijk werd zelfs Auster de eentonigheid moe.
De motoren zoemden eentonig verder als een dikke, luie vlieg.
In deze vrij eentonige dagen verloor de Overluck iets van de kilte en de glans van het absoluut nieuwe.
Zette zijn bril op en las eentonig voor: “Een verpleeghulp deed die deuren daar om tien minuten over twee open.
Zelfs het idee om zo'n eentonige reis te voet te maken, was ontmoedigend.