doods in woordenboek Nederlands

  • doods

    Betekenissen en definities van "doods"

    Grammatica en verbuiging van doods

    • doods (comparative doodser, superlative meest doods or doodst) ;;
      Inflection of doods
      uninflected doods
      inflected doods
      comparative doodser
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial doods doodser het doodst
      het doodste
      indefinite m./f. sing. doods doodsere doodste
      n. sing. doods doodser doodste
      plural doods doodsere doodste
      definite doods doodsere doodste
      partitive doods doodsers

Voorbeeldzinnen met " doods "

Max Reles was immers al dood, dus waarom zou je je haasten?
En met de dood is het nog slechter gegaan.’
‘Uit de wereld van de doden, moeder,’ mompelde hij.
John was tenminste al dood.
‘Ik weet dat u me nu, op dit ogenblik, zou kunnen doden, net als u de hogepriester hebt gedood.
Er is een soort symbiose des doods opgetreden tussen het lichaam en het tapijt en dat maakt het lastiger.
In het geval van een gewelddadige dood is het gebruikelijk noch beleefd je aanwezigheid te verklaren.
Ze zouden denken dat hun moeder dood was; dat is het eerste waar een kind aan denkt – dat de moeder er niet meer is.
Deze bekeek weer de doden van een tot dusver onbekend mensachtig ras.
'Ben ik dan een leeghoofdige trut die mannen dood verveelt?'
Stel dat de dood van Claes Ljunggren volledig volgens het plan van de dader was verlopen.
In de week na de dood van Preston meldde de Times de verdwijning van Tucker Adams.
'Ik kan niet bevriend raken met iemand die ik misschien moet doden.
We kunnen een niemand doden.
Bommen om kinderen te dooden en zo.
Ik zou nooit voor mijn zus doden.
Bedenk dat er niets zo devoot is als de dood op de brandstapel.
Wat een dood heeft Maven voor ons verzonnen...
Dit is mijn stoel en ik zal het tot de dood verdedigen.
Ze wisten precies hoe ze een Jaffa moesten doden.
Als ik in Arborlon was gebleven, had de Ellcrys misschien eerder haar dood aangekondigd.
En de staf zei: Je moet die man doden.
Je bent dood.
Hij was ofwel dood, of gevangen in zijn eigen paleis; of hij hield zich schuil, in deze wereld of een andere.
Als ik Oswald na zijn aanslag op generaal Walker doodde, zou newagevrouw Ruth Paine haar in huis nemen.