talloos in woordenboek Nederlands

  • talloos

    Betekenissen en definities van "talloos"

    • Groot in aantal.
    • Onmogelijk geteld te worden.

    Grammatica en verbuiging van talloos

    • talloos ( comparative tallozer, superlative meest talloos or talloost)
    • (Adjective) Declension of talloos
      positive comparative superlative
      attributive predicative/adverbial
      predicative/adverbial talloos tallozer  
      neutersingular indefinite talloos tallozer
      definite talloze tallozere tallooste het talloost(e)
      common singular talloze tallozere tallooste de tallooste
      plural talloze tallozere tallooste de tallooste
      partitive talloos tallozers  
    • talloos (comparative tallozer, superlative meest talloos or talloost) ;;
      Inflection of talloos
      uninflected talloos
      inflected talloze
      comparative tallozer
      positive comparative superlative
      predicative/adverbial talloos tallozer het talloost
      het tallooste
      indefinite m./f. sing. talloze tallozere tallooste
      n. sing. talloos tallozer tallooste
      plural talloze tallozere tallooste
      definite talloze tallozere tallooste
      partitive talloos tallozers

Voorbeeldzinnen met " talloos "

'Onze behoeften zijn talloos en in mijn opinie liggen ze voor de hand.
Stellig gaan talloos veel mooie daden zonder getuigen teloor, voordat er één roem afwerpt.
Talloos zijn de bedreigingen die vrouwen ondergaan, zowel in de context van oorlog en conflict, als in de context van de uitoefeningen van barbaarse gewoonten die hun rechten schenden, en in de context van armoede en sociale uitsluiting.
Ik stel mij voor dat een arts de talloos vele dingen om hem heen, planten, dieren, metalen, in ogenschouw neemt.
Ik was achttien, maar mijn seksuele twijfels waren talloos; mijn zelfhaat was enorm.
En aangezien het aantal talloos is, bestaan er universa op alle eerdere momenten.’
Een mens is niet in staat lange tijd alleen tegenover zo talloos veel vijanden te staan.
Mogen je vrienden je verraden en je vijanden talloos zijn.
Het aantal zwarte notitieboekjes en in het net geschreven bladzijden begon talloos te worden.
Een cyborg zou daarentegen op talloos veel plekken tegelijk kunnen bestaan.
Talloos waren de zondagen waarop hij dit hoorde en alles om ons heen stil werd.
Talloos waren inderdaad de bevelhebbers die in Italië hun zwakheden hadden gekend.
Op EU-niveau is het voornamelijk het EESC dat zich, met name via zijn waarnemingspost Interne Markt (WIM), bezighoudt met het omschrijven en bevorderen van zelfregulering en coregulering; verwijzingen hiernaar zijn terug te vinden in talloos veel adviezen, vooral van de afdeling INT (1).
Stilte omringde de wereld en de sterren stonden grooter en talloos in de schalieblauwe hemelrondte.
De dagen met dit soort gebeurtenissen waren talloos en de band die ze tussen ons smeedden, onslijtbaar.
De ‘zoon-zonnen’ zijn talloos.
Het is talloos vaak geprobeerd.
Ik zie geen doden hoog opgestapeld op de grond, talloos als een kudde bhederin die van een klif af is gejaagd.
Een juwelenkistje van gedreven zilver dat ooit aan Cleopatra toebehoord had en talloos veel miljoenen waard is.
Als goud vallen de bladeren in de wind, lange jaren talloos als de vleugels van bomen!